Die Hervormer 1919
Die Hervormer: Maandblad: 15 Januarie 1919
PERSOONLIKE ZAKEN
Volgens een bericht in het Hollandse blad De Gereformeerde Kerk,” van 31 Oktober, 1918, is te Ermelo (Holland overleden Ds. C. SPOELSTRA, Emeritus predikant. Velen onzer kerkleden zullen zich zijner nog wel herinneren hoe hi in 1896 naar Pretoria kwam, waar men grote verwachtingen van hem had om zijn bezielde en levendige prediking. Hij is evenwel helaas, als een schitterende vuurbal in Transvaal verschenen en verdwenen. Later heeft hij zich verdienstelik gemaakt door de uitgave van de ''Bouwstoffen voor de Geschiedenis der Nederduitsch Gereformeerde Kerken in Z. Afrika,” welke zyn de Briefwisseling tussen Kaapstad en de Classis Amsterdam. Zijn laatste werk was “Het Kerkelk en Godsdienstig leven der Boeren na den Grooten 'Trek,”” verleden jaar in “Almanak” en “Hervormer” besproken.
Hij stierf een zenuwlijder op 58 jarige leeftijd.
Moge hy zijn mgegaan in de ruste Gods.
AFSCHEID VAN DS. C. W. DU TOIT
De oudste onzer leraren in diensttijd en jaren heeft op Zondag avond, 18 December, 1918, te Potchefstroom zijn laatste woord als herder en leraar der gemeente gesproken.
Ds. C. W. DU TOIT, geboren 21 Februarie, 1842, predikant geworden te Hannover 1869, sedert 1883 leraar der gemeente Potchefstroom, heeft door een zwakke gezondheid genoodzaakt, zijne bediening nedergelegd. Nooit sterk van lichaam, maar krachtig van geest, sinds de dood zijner echtgenoote echter geknakt, heeft hy het, jammer te schrijven, niet zover mogen brengen dat hy 50 jaren het leraarsambt macht bedienen. Hij moest ontslag nemen, omdat hij zijn werk niet meer naar zijn wens kan doen.
Voor een meer dan volle kerk heeft de grijze leraar zijn laatste woord gesproken: ook in dit laatste woord toonde hij te zijn een eigenaardig man, zelfstandig, niet gebonden door anderen, die zijn eigen weg wilde gaan. Dit bleek duidelik uit de keuze van zijn tekst, Openbaring 8:1-5. Jammer dat we geen verslag kunnen geven van de preek, omdat die slechts ten dele werd uitgesproken. Ons is beloofd dat die indruk zal verschijjnen. Naar wat wij hoorden, was Ds. DU TOIT van mening, dat de stilte in de hemel het teken was van het ophouden der hogepriesterlike voorbede van Kristus, die het vuur van het altaar op aarde wierp, om het oordeel over de mensen te brengen.
Na de prediking werd de aftredende leraar toegesproken door Ds. L. E. BRANDT als Voorzitter der Algemene Kerkvergadering: de heer A. D. W. WOLMARANS, ouderling van Pretoria, als lid der vroegere procuratie kommissie; door Ds. P. POSTMA van Heidelbergs Gereformeerde Kerk; door Ds. Jac. VAN BELKUM als vriend, en nu de oudste leraar der kerk, en door Ds. VERMOOTEN als Konsulent; waarna de aftredende leraar een kort woord van dank sprak, en meende, dat hem te veel lof was gegeven. [VERKORT]
Ds. C. W. DU TOIT TE VENTERSDORP
Op Zondag, 22 December, heeft de gemeente Ventersdorp ook haar Nachtmaal gehouden. Bij deze gelegenheid heeft Ds. C. W. DU TOIT ook daar van die gemeente afscheid genomen. Zy was vroeger een deel van Potchefstroom, maar was reeds voor 1800 afgesticht onder konsulentschap van Ds. DU TOIT, die altijd haar konsulent is gebleven, ook toen Ds. A. MURRAY van 1899-1903, Ds. F. S. DU TOIT van 1906-1914, Ds. H. F. VAN DEN HEEVER van 1917-1918 haar bediende. Telkens als er weer een vacature was heeft Ds. DU TOIT weer al het werk daar verricht.
Geen wonder dat deze gemeente dan ook zeer aan hem hing. Evenals Potchefstroom is zij met hem gegroeid, de kinderen van vroeger zijn nu mannen en vrouwen, de jongen van 1883, nu met hem oud geworden. Er was daar ook een zeer grote komst, en aan de scheidende leraar werd een hartelik adres en een beurs aangeboden, als teken van waardeering voor zijn werk en achting voor zijn persoon.
IN MEMORIAM
Verder meldt Br. C. A. B. GROBLER, vroeger ouderling van Standerton en later van Ermelo, dat aan griep is overleden, zijn schoonzoon, de heer Jan GREY op 12 November, en zijn dochter mevr. Judith GREY, geb. GROBLER, nalatend twee kinderen.
Br. J. A. VAN DER LINDEN, ouderling Ermelo (Chrissiesmeer), bericht dat mnr. M. BOS, ouderling, Petrus MEIJER, Jac. SYMINGTON, zoon van mevr. K. CRONJE, David HARMSE, Pieter HARMSE, E. E. MEYER, EE.zn., gestorven zijn, en dat de ziekte op 18 Desember verminderde in die gemeente.
Dan bericht nog Br. Ouderling P. J. DE VOS van Middelburg dat overleden is op 31 Oktober Hendrik Jacobus Gerhardus VAN WIJK, oud 35 jaar en 10 dagen, echtgenoot van mnr. M. M. v. VAN WIJK, geb. COETZIE [sic].
Die Hervormer: Maandblad: 15 Februarie 1919
GRIEP
Als gestorven aan de griep zijn nog opgegeven:
Erasmus:
P.H VISAGE J.zn
Bethal:
J.P. VISAGE, P.zn.
Twee klein kinderen van Br. Ouderlimg J H. N. VISAGE.
Middelburg:
Mevr. P. STONE.
Mevr. H. A. B. PRINSLOO.
Marico:
Mevr. en mnr. GANGEL.
Vijf leden van de familie van Br. J. VAN NIEKERK.
In het geheel zijn 12 volwassenen gestorven m Marico van onze kerk.
Omdat er im de list van aan de “Griep” gestorven leden der gemeente Chrissiesmeer vele fouten waren, geeft Br. J. A. VAN DER LINDE deze betere lyst:
Menr. M. BOS, Ouderling der gemeente.
Mnr. P. MEIER.
Mnr. Jac. SYMINGTON.
Mnr. David HARMSE.
Mnr. Pieter HARMSE.
Mnr. E. E. MEIER, E.zn.
Mevr.Tom CRONJE.
En mnr. en mevr. Adriaan MEY, die twee weesjes hebben nagelaten.
Deze lijst wordt nu gesloten.
OVERLEDEN: J.M. JANSEN VAN VUUREN
In liefdevolle herinnering van mijn teeder geliefde, en gedurig te herdenken Echtgenoot, WILLEMINA CLASINA PETRONELLA JANSEN VAN VUUREN, geb. SNYMAN. Het heeft den Heer van leven en dood behaagd haar van onze zuyde weg te nemen op 10 Desember, 1918, in den ouderdom van 32 jaar 8 maanden en 23 dagen, na een smarteliyk lijden van 10 maanden en na een gelukkig huwelijik van 13 jaar, mij nalatende 8 kinderen, waarvan de oudste slechts 11 jaar en 8 maanden, en de jongste 4 maanden 21 dagen is, die haar gevolgd 24 dagen na het heengaan van zijn moeder. Het leven was haar Christus, en daarom was het sterven haar gewin. Slaap voort mijn lieveling: ik gun u de rust: ik minde u zeer, maar Jezus mint u meer. Zij is hier niet meer. Zij wacht ons in bij haar Heer. Hoe onmisbaar zij voor ons was en hoe onoverkomelik ons verlies, willen wi] ons onderwerpen en zeggen—De Heere regeert. Ik weet mijn Verlosser leeft.
De bedroefde Echtgenoot, JOHANNES MATIENIS JANSEN v. VUUREN
en KINDEREN. Rietvalei No. 91, Dist. Zeerust
Die Hervormer: Maandblad: 15 Maart 1919
Geen berigte
Die Hervormer: Maandblad: 15 April 1919
PERSOONLIKE ZAKEN
Weer is de doodschaduw gevallen op een onzer pastorien. In de nacht van 3 April is het jongste kind, een dochtertje van nauweliks een jaar, van Ds. en Mevr. S. VERMOOTEN te Zeerust aan kroep gestorven na een zeer kort hjden.
Zwaar moet de ouders dit verlies treffen.
DOODBERICHT
Overleden op 2 April, ons geliefd dochtertie, CARMA SYLVIA, in de ouderdom van slechts 9 maanden en 10 dagen. Jong gestorven, vroeg by God. De bedroefde ouders. S. VERMOOTEN, H. C. VERMOOTEN (geb BROEKHUIZEN). De Pastorie, Zeerust.
IN MEMORIAM
Het was een verpletterend bericht dat Zaterdaymorgen, 1 Maart mij bereikte, waarin mij kennis gegeven werd dat Ds. P. VAN DRIMMELEN op 27 Februarie te Lubanga aande griep was overleden.
De 10e Oktober had ik hem nog even gesproken op het Station Johannesburg, van waar hij vertrok naar onze broeders in de verstrooiing in Mossamedes. Gezond in de kracht van zijn leven, opgewekt als altijd, aanvaardde hij die reis. Hij had niet gedacht aan de gevaren van de griep, voor zichzelf noch voor zijne echtgenote, pas hersteld na de geboorte van het jongste kindje, voor zijne kinders: hij was geroepen daarheen, omdat niemand anders kon gaan, en hij ging als een krijgsknecht die het bevel van zijn overste opvolgt. Ik had niet gedacht hier op aarde hem niet te zullen weerzien.
Half Februarie had ik kennis gekregen, dat hij niet in die maand, maar eerst in Maart zou kunnen terugkeeren, en 26 Februarie was bericht dat hij ernstig ziek was. Wel waren wij dus bekend met de ziekte, maar dat deze hem zo spoedig ten grave zou slepen wie had dat kunnen denken. O, ondoorgrondelike wegen Gods. Te midden van de doo .hem gestichte gemeente, nadat hu] zijn werk nu aldaar had gedaan, heeft de Heer hem opgeroepen van deze aardse tot hooger arbeid.
Daar in Humpata, ver van de zijnen, ver van zijn werkkring, ver van zijn vaderland, rust zijn stoffelik overschot. Het rustte daar in vrede
Op 9 November 1873 werd hij te Tegal op Java uit Hollandse ouders geboren. In 1878 verliet zyn vader Java om naar Holland terug te keeren. De stoomboot waarmee zij reisden leed schipbreuk by Afrika, Noord Oostelike Kaap, Guardafui, gelukkig kwam niemand om het leven behalve twee matrozen. ln Rotterdam ging hij school: reeds op achtjarige leeftijd had hij begeerte predikant te worden, en studeerde dan ook hard. Maar hy vergde te veel van zijne krachten: tweemaal moest hij zijn studie opgeven, totdat hij eindelik in 1894 naar Transvaal ging en eerst tot 1898 als onderwijzer hier werkte. Maar predikant wilde hij worden!
Zo ging huy in 1898 naar het Gymnasium te Pretoria, waar hu ijverig weer ...werkte totdat de oorlog met Engeland uitbrak. Met zijn broer Willem ging hi op kommando en bleef op kommando totdat in Mei 1902 de vrede te Vereeniging gesloten werd. In deze oorlog heeft hij menig gevaar doorgestaan, maar hi was onverschrokken en kende geen gevaar, zodat hij dan ook menige nauwe ontkoming had. Zijn broer deelde met hem die gevaren, en weet te vertellen hoe ze omringd door de vijand en onder een regen van kogels elkander groeten voor altijd, om toch na een paar dagen of urenelkaar lachend weer te ontmoeten. God's bewarende hand was met hen.
Na de oorlog vertrok Ds. VAN DRIMMELEN naar Holland, studeerde daar, en kwam mm 1906, gehuwd met mej. M. GASTMANN, terug naar Afrika als proponent. ln Januarie 1907 werd hu ingezegend te Zeerust, waar hij bleef tot 1915, om dan naar Pietersburg te gaan arbeiden.
Onze broeder was een eigenaardig mens: vele gaven om te preken had hij niet, maar hij was een ijverig werker, een trouw herder, een innig kristen. Bijna zou ik schruyven: hij was te goed voor deze wereld: die hem niet verstond en niet verstaan wilde. Op de voorgrond in zijn leven stond zijn naaste, dan kwam hij zelf. Het geheim van zijn leven was '“liefde,” daarom werd hij niet gewaardeerd in deze tijd van stofaanbidding en zelfzucht: daarom heeft hij het ook in vele dingen zo zwaar gehad in zijn laatste gemeente. Maar hij heeft alles gedragen met lijdzaamheid om Kristus wil.
Hij was ook een liefhebbend echtgenoot en vader. In zijn huis was godsvrucht en liefde: niet uiterlik, maar eenvoudig en waar. Beide Ds. VAN DRIMMELEN en mevrouw verstonden elkaar, en vulden elkander aan. Ook voor zijne kinderen, vijf in getal, de oudste 10 jaar, de jonste 8 maanden, was hij een liefhebbende vader.
O, zij zullen hem missen hier op aarde!
Ook wij, ambtsbroeders, verliezen in hem veel. Wij konden altijd op Br. VAN DRIMMELEN rekenen.
Maar—wij treuren niet als die geen hoop hebben.
Wij zullen straks elkaar weer zien. v.B.
Die Hervormer: Maandblad:15 Mei 1919
IN MEMORIAM
Dominé P. VAN DRIMMELEN. Ds stichting der Nieuwe Gemeente van de Nederd. Herv, Kerk te Mombhbolo, in Portug. West Afrika.
Na een reis per ossenwagen van 18 dagen kwam de overleden WeleEerew. heer Ds. VAN DRIMMELEN, vergezelschapt door twee ouderlingen en een broeder en zuster van Humpata onverwacht hier in ons midden op Zondag de 5de Jan. j.l.[sic]
Het doel hunner reis hierheen was om enige broeders en zusters der Nederd. Horv. gemeente alhier gevestigd, te komen bezoeken (tans. ouderling) Philip ALBERTS had reeds in der haast een kerkje gebouwd van gras en palen. Daar de reizigers des Zondags te laat waren aangekomen werd de eerstkomende, Woensdag gebruikt voor de Zondagsdiensten, ook omdat Domine niet lang hier kon blijven. Z.Eerw. deed toen Woensdagmorgen zijn Nieuwjaarspreek voor een tamelik talryk gehoor. De hoofdinhoud van Z.Eerw. predikatie was 'met Jezus.”
Daar de lidmaten der Nederd. Herv. Kerk en enige andere personen, die ook wilden aansluiten, de wens te kennen gaven om tot een gemeente gevormd te worden, werd op Zaterdag de 11de Jan. de nieuwe gemeente gesticht met 14 lidmaten en werden respektievelik tot ouderling en diaken verkozen de Broeders Philip ALBERTS en Gebhard RIEKERT. Aan de avond van dezelfde dag was het getal lidmaten gestegen tot 26. Ook werden 4 jongelieden tot lidmaten aangenomen. Diezelfde Zaterdagmiddag hield Z.Eerw. de Voorbereidingspredikatie en op Zondag 12 Februarie werd het H. Avondmaal gehouden; des namiddags was doopbediening en werden 6 kinderen gedoopt.
De gehele week was de Domine ijverig bezig in het dienstwerk des Heren, met katechiseren, onderwijzen, vermanen. Elke avond werd een dienst gehouden. Enige families stonden de gehele week met hunne wagens bij het kerkje, maar vooral Zaterdag en Zondag was het eenvoudige gebouw stampvol toehoorders. In de ogenblikken tussen de verschillende diensten was de leraar bij de wagens te vinden, hier een vriendelik woord, daar een raadgeving; geen onderscheid werd gemaakt door Z.Eerw. tussen aanzienlik of gering, leden der Hervormde Kerk of van de Gereformeerde gemeente. Al len waren vol lof over de vriendelikheid en eenvoudigheid, over de aangename woorden en zeer gepaste predikaties van Z.Eerw.
Daar Z.Eerw. des Maandags weer zou ver. trekken werd door hem des Zondagsavonds nog een afscheidswoord gesproken, waarin hy te kennen gaf te hopen dat zijn woorden hier niet te vergeefs zouden zijn gesproken, maar vrucht zou afwerpen.
Op verzoek van de kerkeraad werd daarop door ondergetekende uit naam der kerkeraad en gemeente van Mombola nog een woord van dank en afscheid tot de twee kerkeraadsleden van .Humpata en de scheidende leraar gesproken, en hun een goede en voorspoedige reis toegewenst, Na het beëindigen van zijn toespraak drukte ondergetekende de hand des leraars, waarop deze vol en krachtig antwoordde “Tot weerziens.” Door alle aanwezigen werd daarna nog hem toegezongen Psalm 121:3-4.
Des Maandagsmorgens maakte ieder zich gereed om huiswaarts te gaan en bij het afscheid nemen van de leraar werd menige hartelike dankbetuiging en zegenwens voor een goede reis gehoord. “Tot weerziens—het zal niet zo zijn, altans niet hier op aarde.
Met diepe verslagenheid werd door ons eergister het telegram van Humpata ontvangen met de korte, maar veelzeggende woorden: “Domine VAN DRIMMELEN de 25ste Febr. overleden.”
Wonderlik zuyn de wegen des Heren en wij begrijpen Hem niet. Een man, zé onmisbaar voor zijn grote gemeente, zo geliefd door allen die hem kennen, moet weggerukt worden verre van zijn op hem wachtende familie, verwijdered van de aan hem toevertrouwde kudde, maar tot het laatste ijverende voor de dienst des Heren. Maar de Heer vraagt niet naar onze wens, maar zegt: “Myn raad zal bestaan en Ik zal al mijn welbehagen doen.” Geve de Almachtige dat alle treurenden daarm mogen berusten.
Onze Eerwaarde Domine VAN DRIMMELEN ruste in vrede van zijn arbeid bij zijn Heer en Zaligmaker voor wiens dienst hij ijverde en zijn nagedachtenis zij ons en allen die hem liefhadden tot troost en navolging en zegen.
P. VAN DER SMIT. (Mombolo) Luimbale via Benguela, Portug. West Afrika, 9 Maart 1919.
Mevrouw P. VAN DRIMMELEN wenst ook namens hare kinderen en verdere familie haar hartelike dank te betuigen voor de vele bewijzen van hartelike deelneming ondervonden bij het zware verlies door haar geleden bij het overlijden van haar diep betreurde echtgenoote.
Zij is gewond, doch niet gebroken, dank zij de Heer. Pietersburg, 6 Mei 1919.
Die Hervormer: Maandblad: 15 Junie 1919
PERSOONLIKE ZAKEN
De pastorie van Standerton heeft een zeer grote droefheid geleden. De jongste broeder van Ds. J. J. PRINSLOO, Johannes, 27 jaar oud, een paar jaar gehuwd, is 29 Mei te Kaalfontein (Pretoria) ten huize van zijn schoonvader de heer Ph. OPPERMAN, aan de griep overleden.
Wij bieden de oude grijze vader, de heer J. J. PRINSLOO, ook zijn weduwe, die met een dochtertje achterblyft, en ook de broeders en zusters des overledenen de betuiging onzer deelneming aan met de bede, dat de Here hen mag troosten en sterken.
De Kerkeraad van Krugersdorp maakt bekend dat de doodsengel een onzer ouderlingen Pieter Barend BOTHA door de dood heeft weggenomen op 26 April 1919. Hij heeft de kerk 13 jaren gediend, getrouw, voorbeeldig en onbeschroomd. Hij was de steunpilaar der kerk, geliefd door groot en klein, oud en jong. Hij zal altijd in onze kerk gemist worden. Zijn werken volgen hem. Later schrijven wij een In Memoriam ter zijner gedachtenis.
DOODBERICHT
Het heeft de Heer van dood en leven behaagd van mij weg te nemen PIETER BAREND BOTHA, na een gelukkige echtverbintenis van 25 jaren, in de ouderdom van 63 jaren, 1 maand en 9 dagen, op 26 April 1919. Lijdende aan een inwendige kwaal is hij bezweken 11 dagen na een operatie in het hospitaal alhier. Hij was alom bekend en bemind, een vriend van kinderen. Zijn leven was in de dienst des Heren, ouderling en orgelist, superintendent der Zondagscholen, catechiseermeester, en altijd gereed begrafenissen te leiden. Hoe zullen wij hem missen!
Wij aanbidden en zwijgen stil, hy is bij zijn Heer die hij zo innig liefhad en getrouw gediend heeft. Hij is niet gestorven maar slaapt.
Wij danken alle vrienden voor deelneming in ons onherstelbaar verlies, ook Di. DU PLESSIS en BARTLETT voor hun bijstand en troostrijke woorden.
De bedroefde echtgenote: SUSANNA M. BOTHA en 17 kinderen en 20 kleinkinderen.
Die Hervormer: Maandblad:15 Julie 1919
VRAGENBUS
Verder vraagt hij, wat is de lengte van een el, waarvan gesproken wordt in Genesis 6:I5 en 1 Samuel 17:4.
De el is de lengtemaat bij de oude Hebreeën en zo lang als de onderarm van de elleboog tot het einde van de middenvinger. Volgens de Engelse maat ongeveer 18 of 19 dm. De ark is dus ongeveer: lang, 300 x 1 ½ vt. of 450 vt. of 150 Eng. yards; breedt, 50 x 1 ½ vt. of 75 vt., of 25 Eng. yards; hoog, 30 x 1 ½ vt. of 45 vt., of 15 Eng. Yards.
De reus Goliath was 6 x 1 ½ vt., en een span, of 9 vt. en ½ vt.
PERSOONLIKE ZAKEN
Ds. J. J. PRINSLOO is vertrokken naar Humpata. Zijne echtgenote vergezelt hem daarheen.
DOODBERICHT
Het heeft de Almachtige God van leven en dood behaagt om op de 29ste Mei, van ons weg te nemen ons dierbare moeder JOHANNA WELMINA BUITENDAG, gebr. ESTERHUYSEN, in de middag van haar leven in de ouderdom van 61 jaar 11 maanden en 7 dagen, na 'n lijden van jaren, doch een eind en meest geduldig ziekbed van acht dagen.
Zij is, als een spiegel van haar wandel, zacht en zalig ontslapen. Diep word haar heengaan betreurd, en lang leve de herinnering van haar Dorkas daden.
Wij, zowel als de armen, die haar moeder noemden, zullen haar missen, maar ons vertrouwen is onwrikbaar, dat die lamp ook in de hemelpoort voor ons zal schijnen.
Wat de Heer doet, is steeds welgedaan!
De bedroefde vader en kinderen.
C. H. BUITENDAG.
M. M. LABUSCHAGNE, (gebr. BUITENDAG).
M. J. BUITENDAG.
J. C. BUITENDAG.
F. W. C. BUITENDAG.
J. W. VAN DE VIJVER (geb. BUITENDAG).
R. A. BUITENDAG
C.H. BUITENDAG.
Driefontein, Distr. Ermelo, 8 Junie 1919.
Die Hervormer: Maandblad:15 Augustus 1919
PERSOONLIKE ZAKEN
Ds. A. J. BARGER hoopt Zondag, 28 September, afscheid te preeken in Johannesburg, om Zaterdag, 4 Oktober, te worden bevestigd en intrede te doen te Middelburg.
Ds. A. J. BARGER is verloofd met Mejuffrouw Mary BOTHA, van Benoni.
Mevr. P. VAN DRIMMELEN is 2 Augustus met de stoomboot Quelimane langs de Oost-kust vertrokken naar Holland met hare kinderen. De Heere geleide haar en brengen haar veilg over naar Holland.
De. gemeente Krugersdorp heeft twee ouderlingen door de dood verloren, n.l. Br. P. B. BOTHA en J. C. ESTERHUYSE.
IN MEMORIAM: PIETER BAREND BOTHA.
De Heere zede tot Adam (Genesis 3:19): “In het zweet van uw aanschijn zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert dewijl gij uit de aarde genomen zijt; want stof zijt gij tot stof zult gij wederkee en.”
Dit woord is bevestigd (Genesis 5:5): “Zoo waren al de dagen van Adam negenhonderd jaren en dertig jaren, en hij stierf, zoo is er reeks van namen in dat Hoofdstuk, ''zoo waren al de dagen, enz., enz., en Hij stierf, en tot nu toe is het laatste bericht van elk mensch, en hy stierf.”
Dit is ook het laatste bericht in de Kerkeraad van Krugersdorp, gekomen van het dienstdoende Kerkeraadslid Br. Pieter Barend BOTHA, die stierf op 26 April 1919. Oom Piet, zoals hij door allen genoemd werd, was een man vol liefde, door allen, die hem kenden geeerd en gerespecteerd om zijn innemend voorbeeld, door het grote geheim, dat hij bezat om bezield door Gods Geest, te weten waar hij spreken of zwijgen moest.
Oom Piet was nooit te zien op plaatsen van pleizier of ijdel vermaak, maar wel daar waar de Heer gediend werd, waar kranken waren of droefheid, om te troosten en te bidden; hij was een ware kindervriend, bezield met belangstelling in het heil van zijne medemensen, altoos bereid om te dienen; hij was een christen uit liefde tot Christus, zodat zelfs onverschlligen hem respekteerden.
Hi. was niet gezond naar het lichaam, wel naar de Geest; niet rijk naar de wereld, wel rijk in Christus. In zijn spaartijd was zijn geliefde plekje achter het orgel in de kerk.
Geboren te Oudtshoorn, kwam hi; op zijn tiende jaar met zijn vader naar de Vrijstaat en diende daar van zijn twintigste jaar als onderwijzer te Jacobsdal, Smithfield, Edenburg en Bloemfontein; in 1896 kwam hij te Brandvlei, distrikt Krugersdorp ,ook als onderwijzer.
Dertien jaren heeft hij de gemeente van Krugersdorp mogen dienen als ouderling, als orgelist, als kathechiseer-meester, als koster bij begrafenissen, als arbeder in Zondagscholen, als voorganger bij diensten in buiten wijken; hij was ook een ge-
trouw bijwoner van het wekeliks biduur te Krugersdorp.
De Heere make zijne nagedachtenis tot een zegen en trooste zijne echtgenote, die hij tot en Rechter, en zijne kinderen, die hij tot een vader zij. [VERKORT).
IN MEMORIAM: PIETER FREDERIK BRITS
Gestorven op die 5de dezer is begraven de heer Pieter Frederik BRITS, van Klipkop, van dit distrikt, oud zijnde 55 jaren en enige maanden. Hij laat een weduwe met drie zoons na om zijn heengaan te betreuren. Hij was een getrouwe lid van ons kerk, en heeft zijn best gedaan om zijn jongste zoon te laten leren als predikant; hij was een van die wat ook zijn Heer wachtend was; zijn laatste gesprek met de heer M. J. V. RENSBURG was dit: ik heb nog ene begeerte ,en dat is: kom bid met mij en vraag die Heere dat Hij die uurtje van mijn dood toch moet verhaasten.. Hij zelf gebruikte de woorden in 't gebed: “Kom, Heer Jezus, ja kom haastig Heer.” Nadat ze saam gebeden hadden vroeg hij zelf Komdt. M. J. V. RENSBURG om te ageren als zijn koster, en noemt op bij namen wie zijn dragers moet zijn en wijst zelf aan de plaats waar zijn graf gedolven moet worden. Deze broeder had vele vrienden. Getuigen de vele vrienden die de laatste eer hem kwamen bewijzen. Ds. STRIJDOM was ook naar de begravenis ontboden ,en hield een aandoenlike toespraak naar aanleiding van Johannes 11, waar. Lazarus uit het graf opgewekt is: de dood des christens is geen dood, maar een overplanting ten Leven. Bij het graf volgen nog een paar toespraken van welgemeende sympatie; met hem zo is weer een Leve echtgenoot, een trouwe vader en vriend heengagaan. Ou Tom.
DOODBERICHT
Andermaal heeft de Kerkeraad van Krugersdorp een verlies te betreuren door het afsterven van een ouderling, t.w. JAN CHRISTOFFEL ESTERHUIJSEN, die gestorven is op de 20ste Junie 1919, in zijne woning te Rietfontein, distrikt Krugersdorp. Hij diende eerst de kerk te Pretoria als ouderling, en ruim 16 jaren diende hij onze kerk alhier. Oom Jannie, zoals hij door allen genoemd werd, die hoe wel niet gezond, nooit geweigerd had als zijn dienstijd verstreken was weer aan te nemen, was juist in April weer herkozen, en zou in Julie weer voorgesteld worden, doch is nu door de dood weggenomen. Wi 'treuren niet als de genen die geen hoop hebben. Hij is nu bij zijn Heer, die hij lief had en diende, en wij gunnen hem die ruste.
De Heere heiligen deze roepstem aan ons aller hart en trooste zijn echtgenote en kinderen; dat is de bede van zijn medebroeders, de Kerkeraad van Krugersdorp.
Die Hervormer: Maandblad:15 September 1919
PERSOONLIKE ZAKEN
De gemeente Ermelo (Chrissies-meer) heeft te betreuren de dood van Br. C. H. BUITENDAG, schoonvader van Br. Ouderling P. W. LABUSCHAGNE van Standerton. Deze broeder was een welbekend en trouw lid van de gemeente voor wie hij veel deed. Ongeveer een half jaar geleden verloor hij zijne echtgenoote. De familie wordt dus wel zwaar bezocht. Moge Br. BUITENDAG zijn ingegaan in de rust der kinderen Gods. Aan de familie onze innige deelneming.
Friedrich VON BODELSCHWING werden binnen veertien dagen vier lieve kinderen van `t hart gerukt. Ze liggen op een rijtje naast elkander op 't kerkhof. Op `t graf van de eerste schrijft hij: “de Heer is mijn Herder”. Op dit van het tweede “Mij zal niets ontbreken” Op dat van het derde: “Hi doet mij nederliggen in grazige weiden”. Op dat van het vierde: “Hij voert mij aan zeer stille wateren.
DOODBERICHT
Het heeft de Almachtige God van leven en dood behaagd om ook onze vader, CAREL HENDRIK BUITENDAG, in de ouderdom van 54 jaar 8 maanden en 20 dagen, op de 3de Sept. 1.1 [sic]., van ons weg te nemen. Na een vermoeiend ziekbed van zowat zeven dagen bezweek hi, veilig in zijn Jezus, aan een zwak hart.
Zijn heengaan wordt diep betreurd; te meer nog als wij denken dat onze moeder pas drie maanden geleden is heengegaan.
Hoe zwaar die dubbele slag ons ook treft, willen wij tevreden zijn, en de Almachtige God danken voor zo een vader en moeder. Hun stof ruste in vrede! De bedroefde kinders,
R. A. BUITENDAG.
C. H. BUITENDAG.
M. M. LABUSCHAGNE ,geb. BUITENDAG).
M. J. BUITENDAG.
J. C. BUITENDAG.
F. W. C. BUITENDAG.
J. W. v. d. VIJJVER (geb. BUITENDAG).
Driefontein 139, Ermelo, 9 Sept. 1919.
Die Hervormer: Maandblad: 15 Oktober 1919
OVERLEDEN
Oom [Sarel] had die brief al klaar voor de drukkerij, toen hij hoorde dat Ds. P. POSTMA, leraar der Gereformeerde Kerk te Heidelberg, plotseling. was overleden. Woensdag, 1 Oktober, was hij nog naar Johannesburg gegaan voor een vergadering. Zaterdag avond was hij nog voorzitter geweest van de vergadering zijner gemeenten; onverwacht stierf hij die Zaterdag ongeveer 9 uur.
Met Ds. P. POSTMA gaat een groot en invloedrik, een goed en trouw, liefhebbend christen heen. Schynbaar was hi niet groot; zijne kerk is maar klein, evenals de onze, en daarom ook als de onze in de wereld niet zeer geacht of geteld. Maar in de kleine kring van zijn kerk, in de kleine kring van Heidelberg's samenleving was hij een groot man, van groot gewicht, en dat omdat hij oprecht, werkzaam, trouw was. Voor de Boere-Britse oorlog was het anders, toen was hij de Raadsman van wijlen President KRUGER, bekend en geteld in de oude Republiek. Maar nooit heeft hij geklaagd over verles van invloed: nooit liet hij de moed zakken, want hij zoekt niet de eer der wereld.
De overledene was een uitnemend echtgenoot, sorgzaam, goed, liefhebbend, al had hij ook in zijn huweliksleven veel smart, omdat tweemaal de echtgenote hem voorging naar het graf. In zijn huis was hij een aangenaam man: voor zijn vrienden een gezellg mens.
In de gemeente was hij trouw, ook in het bezoeken van kranken en de leden der kerk. Niet op des predikstoel alleen was hij leraar, ook in het dageliks leven was hij de raadsman en de vriend van bijna allen.
Daarom mocht ook bij de lijkdienst Ds. S. O. LOS naar waarheid getuigen: ''hij als leraar sal blinken als het uitspansel.”
Zijn verlies is groot, bijna te groot. Maar naar het woord op Wesley's graf, aangehaald door Ds. DU TOIT: “God neemt zijne dienstknechten weg, doch zijn werk gaat voort”, zo zal het ook zijn in de Gereformeerde Kerk en de gemeente Heidelberg. Al is de leraar heengegaan, het werk zal voortgaan.
Ook onze kerk betuigt haar sijmpathie aan de familie, vooral de overgebleven weduwe, de gemeente Heidelberg, de Gereformeerde Kerk, met dit zware verlies. De Heere zelf trooste allen en ger ve hun harte rust, in de verzekerdheid : dat ook deze broeder leraar is ingegaan in de rust, die er blijft voor Gods volk. Oom Sarel.
GRAF Ds. D. VAN DER HOFF.
De kerkeraad van de gemeente Potchefstroom heeft besloten het graf van wijlen Ds. D. VAN DER HOF in orde te laten brengen en te voorzien van een grafsteen, zo lezen we in “Het Westen.”
De Redacteur vestigt de aandacht op dit bericht en meent dat dit niet een zaak is van de kerkeraad van Potchefstroom alleen; maar een eerezaak voor geheel de Hervormde Kerk, en hi bveelt dit plan zeer aan.
Wie er aan mede wil doen kan ook hem zijne bijdragen sturen, die in de 'Hervormer”' zullen worden verantwoord.
Die Hervormer: Maandblad: 15 November 1919
IN MEMORIAM
Daar is hier op aarde miets zo zeker als de dood. Op de 18de Sept. 1.1. [sic] is Jacoba Johanna SCHOEMAN, geb. JONKER, echtgenote van Ouderling Jan SHCOEMAN, van Otterfontein, dist. Rustenburg, de eeuwige rust ingegaan. Kotie, of Tant Kotie, zoals men haar noemde, is geboren op genoemde plaats, leefde daar iets meer dan een halve eeuw. Zij leefde met haar man ongeveer 26 jaren samen als een minzame en liefhebbende vrouw en moeder voor haar kinderen. Zij was in der waarheid een Christin. Het leven was haar Christus en zy stierf voor Christus. Zij is slechts overgegaan uit 't aardse, naar een beter oord aan gindse zij van 't graf. Alwaar men haar ontmoette was zij vriendelik jegens groot en klein. Zij zal niet meer gezien worden op Ottersfontem; ook door velen is zij gemist in haar huis; haar plaats is ledig in haar huis, in de kerk te Zwartruggens, die zij samen met haar man trouw bezocht tot kort voor haar dood. Zij droeg haar lang lijden, ongeveer 11 maanden, met het grootste geduld. In de laatste tijd kon men zien, haar leven was geknakt, en de bloem des levens verdorde. In haar kon men zo duidelik Psalm 103:8 zien. Zij laat haar man en 6 kinderen na, waarvan een getrouwd is en een nog te jong om haar heengaan te betreuren. De lieve Heer trooste de bedroefde echtgenoot. Hij, die de wond geslagen heeft, en die alleen machtig is die weer te helen, zij de wezen tot een Vader. Hy, de medelijdende Heiland, zorge voor hen in deze bedrukte en bedroefde tijden. Ook onze oprechte deelneming met de zwaar beproefde echtgenoot en de kinderen van hun oprechte vriend, Jan SCHOEMAN.
Die Hervormer: Maandblad: 15 Desember 1919
HUWELIK
Ds. A. J. BARGER is op 25 November 1919 te Benoni in het huwelik bevestigd met mej. M. C. BOTHA door Ds. L. E. BRANDT.
- Hits: 9